Wie is jou de laatste weken het meest opgevallen? Deze vraag stelden we aan meer dan 2500 Vlaamse jongeren (tussen 16 en 30 jaar). Eén naam klinkt heel luid, die van Vlaams Belang voorzitter Tom Van Grieken. Ruim 42% van de bevraagde jongeren noemt Van Grieken als één van de twee politici die hen tijdens de campagne het meeste zijn opgevallen. Opvallend daarbij is dat het zowel jongeren zijn die zich via sociale media informeren als jongeren die eerder steunen op de traditionele media (zoals televisie, radio, nieuwswebsites of apps). Anders gesteld: Van Grieken is overal. Dat wil echter niet zeggen dat dit allemaal potentiële kiezers zijn. Van Grieken is de meest genoemde naam bij de jonge kiezers van alle partijen (op uitzondering van de PVDA, waar Jos D’Haese het vaakst wordt genoemd). Dus ook kiezers van Groen en Vooruit noemen Van Grieken (iets) vaker dan hun eigen populair boegbeeld zoals Petra De Sutter of Conner Rousseau. Fragmenten met Van Grieken uit televisieprogramma’s als ’Het Conclaaf’ (VTM) en ‘Eerste Keus’ (VRT) worden door zowel politieke medestanders als politieke tegenstanders gedeeld, wat tegelijk bijdraagt aan zowel de populariteit als de controverse omtrent de VB-voorzitter.
Andere politici die vaak genoemd worden zijn Bart De Wever (30%) en op enige afstand Conner Rousseau (18%). Jos D’Haese (15%) en Petra De Sutter (13%) sluiten de Top 5 af. Op grotere afstand volgen Sammy Mahdi (6%), Melissa Depraetere (5%) en Alexander De Croo (5%). De meeste van deze boegbeelden worden net als Van Grieken genoemd door zowel jongeren die zich vooral via sociale media informeren als diegene die eerder een ‘traditioneel’ nieuwsdieet volgen. Twee politici die daarvan afwijken zijn Jos D’Haese en Alexander De Croo. Jos D’Haese wordt vooral genoemd door jongeren die zich voornamelijk informeren via sociale media (20%) en minder door jongeren die vooral op traditionele media steunen (11%). De Croo is daarvan het spiegelbeeld, hij scoort relatief hoog bij jongeren die zich ‘klassiek’ informeren (8%) en heel wat lager bij diegenen die vooral op sociale media steunen voor politieke informatie (3%) tijdens deze campagne.
Tot slot blijken evenwel dat sociale media bij uitstek de belangrijkste manier zijn voor jongeren om zich tijdens deze campagne te informeren: 78% van de jongeren geeft aan vaak en heel vaak de campagne te volgen via sociale media, meer dan eender welk ander platform of informatiebron. In vele gevallen combineren ze dit echter ook met andere meer klassieke media.
Download hier het document:
Comments